Het gedicht:

Aanvliegen over de sont,
over donkere kommen van finse meren

scheepgaan in de kajak
der gestorvenen

drijven op de wateren
tussen taiga en toendra

oog en oor zuiveren
aan leegte en verte

zich voeden met bessen, met hoed
en geur van de goddelijke paddestoel

dromen de droom
van het eeuwige heden

als arktiese beer
weer tot sneeuwblinde dronkenschap in te keren

Op de tong zeven vlokken
in dovend middaglicht smelten

zijn tent gebukt naar binnen gaan
als de zon slaapziek wegzakt achter de wouden

liggend op zijn bladerbed
het smeulend vuur van berkebast aanblazend

door het rookgat
de witblauwe poolster bespieden

in heldere blijdschap de hemelse spijker
en stralende navel van zijn heelal gadeslaan

als viervoeter zijn tent verlaten
om de verre suizing van een vleugelslag

oog in oog staan met de witte wolven
van een korte dageraad

H.C. ten Berge

Bekijk per categorie
Bekijk onze partners
Meest bekeken